Na het optimaliseren:
Controleer welke resten zijn gebruikt voor de desbetreffende optimalisatie.
Deze informatie vindt u in de samenvatting of in de composities.
De gebruikte resten worden gemarkeerd met een rood icoontje.
Nog niet vastgelegd:
De gebruikte resten zijn pas definitief na het postprocessen.
De vraag om de materiaallijst bij te werken verschijnt tijdens het postprocessen.
Postprocessen en bestand bewaren:
Klik op “Ja” om de gebruikte resten te reserveren en eventueel nieuwe resten aan te maken.
U wordt gevraagd om het bestand op te slaan.
Belangrijk: zorg ervoor dat u het bestand in een gedeelde netwerkmap bewaart die dezelfde schijfletter (of pad) heeft als op de pc waar het restenbeheer actief is.
In de materiaallijst ziet u gereserveerde resten met een rode arcering en resterende fictieve (nieuwe) resten met een blauwe arcering.
Resten verwerken in een project en correct uitboeken
Naar het tabblad “Handmagazijn”:
Open het tabblad “Handmagazijn” om resten te verwerken.
Klik op het toetsenbord-icoontje:
Selecteer hier het gewenste project of kies voor het huidige AFD-document (als het al geopend is).
Na het selecteren van het AFD-document verschijnt er een melding.
Scan de barcode “START”:
Volg de instructies op het display van de barcodescanner.
U krijgt een overzicht van de benodigde resten voor deze optimalisatie.
Op de display van de scanner ziet u steeds de volgende te nemen stap.
Wanneer alles verwerkt is, verschijnt een melding op de scanner én op het pc-scherm.
Nieuw rest inboeken of bestaande rest verplaatsen
Scan de barcode van de rest:
Houd de restbarcode voor de scanner.
Scan het vaknummer:
Een vaknummer begint altijd met @ (bijvoorbeeld: @A5, @REK_1, …).
De rest wordt nu geregistreerd in het gekozen vak.
Een rest manueel uitboeken (niet gebruikt in een optimalisatie)
Scan de barcode van de rest:
Hiermee identificeert u welk rest u gaat uitboeken.
Scan de barcode “OUT”:
De rest wordt nu uit het systeem uitgeschreven.
Een nieuwe rest manueel aanmaken
Selecteer het materiaal:
Klik in de materiaallijst met de rechtermuisknop op het lijnnummer van het materiaal.
Kies “Restmateriaal aanmaken”:
Vul in het dialoogvenster de gevraagde gegevens in (zoals Lengte, Breedte, enz.).
Controleer “Doel-magazijnnaam”:
Stel deze in op “Manueel” om aan te geven dat het om een manuele invoer gaat.
Print het etiket:
U krijgt een etiket met barcode om de nieuwe rest in een vak te kunnen plaatsen.
Scan eventueel weer een vaknummer (dat begint met @) om de locatie vast te leggen.